zaterdag 26 maart 2011

Nog veertien dagen ...

Nog veertien dagen en we zijn onderweg. Nu is het echt niet lang meer. Bijna niet te geloven na zoveel maanden van voorbereiding, komt het vertrek zienderogen dichterbij. Vandaag wordt het een bijzonder kort tekstje, maar we passen nu de blog aan naar de nieuwe vorm. Straks even luisteren hoever Wouter en Carmino opgeschoten zijn met de 'Pelgrimszegen'. Morgen plaatsen we een nieuwe blog, deze maal rond de Piedra de Esperanza. Vorige week, in Montpellier, tijdens een gesprek even moeten denken aan een tekst die ik gelezen had in 'De Pelgrimstocht naar Santiago' van Paulo Coelho. Maar ik kon ze me toen niet echt herinneren en heb dus vanochtend mijn notities er maar even bijgenomen. Het ging over dromen. Je mag immers nooit ophouden met dromen. 'De droom is het voedsel van de ziel'. En dat doet me dan weer denken aan mijn tijd in Leuven en de lessen van Roger Burggraeve rond Levinas. Die zei dat ook: wie stopt van zich te verwonderen stopt met leven. Het is maar door de verwondering dat het leven boeiend is en blijft. En inderdaad, ik denk dat heel wat mensen op een bepaald moment stoppen van dromen en vervallen in 'automatismen' en sleur. Coelho zegt in zijn boek: de eerste aanwijzing dat we onze dromen aan het doden zijn, is 'tijdsgebrek'. Je kent dat wel: ooit wil ik dat doen, maar ik heb daar nu geen tijd voor.... Het tweede symptoom van de dood van onze dromen zijn de zekerheden. Omdat we 'gesetteld' zijn en ons leven niet meer als avontuur bekijken, gaan we ons omringen met zekerheden. Zoiets typisch Vlaams! En het derde symptoom van de dood van onze dromen is de rust. Het leven wordt een lange zomer. Het verlangt geen grootse dingen meer van ons. Vandaar ook de spreuk waaronder mijn pelrgimstocht plaats vindt: Ten Perdu jhamais se rocobro. Of voor wie mijn kantoor in Kortrijk binnenkomt, de Franse versie van een zin uit het werk van Goethe: J'aime celui qui rêve l'impossible'! Ze hangt daar niet zomaar....

2 opmerkingen:

  1. Zomaar ter overweging wellicht in aansluiting bij het bovenstaande geef ik je graag de tekst van onderstaand lied mee.

    "IN VUUR EN VLAM"
    (tekst: Cees Remmers, muziek: Floris van der Putt)

    1. Wie leeft verloren in de tijd
    raakt aan de haast zijn leven kwijt
    hij gaat zijn weg met ogen dicht
    en ziet geen spoor, geen schijn van licht;
    maar als zo’n blinde ziende wordt,
    dan komt hij oog en oor te kort,
    hij vindt zichzelf, de dag breekt aan,
    hij komt in vuur en vlam te staan.

    2. Maar soms zijn mensen levend dood
    want hun bestaan is ademnood,
    ze leven roekeloos en snel
    en zetten hart en hoofd op ’t spel;
    maar als zo’n mens geduldig wacht,
    dan voelt hij hoe een ander zacht
    zijn armen om hem heen wil slaan,
    hij komt in vuur en vlam te staan.

    3. Wanneer een mens maar verder wil
    hij jaagt maar door en staat niet stil
    op weg naar geld en klatergoud,
    zo’n mens verslijt, wordt ziende oud;
    maar als hij knielt en biddend rust
    misschien dat God hem wakker kust,
    Hij haalt hem uit zijn droom vandaan,
    hij komt in vuur en vlam te staan.

    4. Wie vastgeroest en uitgedoofd
    alleen nog in vandaag gelooft,
    wie nooit eens over bergen ziet,
    wordt moe en sterven zal zijn lied;
    maar als in harten heimwee brandt
    naar nieuwer tijd en blijer land,
    dan breken mensen op en gaan,
    men komt in vuur en vlam te staan.

    BeantwoordenVerwijderen