vrijdag 29 april 2011

Een week later ...

En het blijft kriebelen om te schrijven. Er is inderdaad nog genoeg te vertellen. Op school spreken leerlingen Wouter (die bij ons stage loopt nu) of mezelf aan over het feit dat ze me gezien hebben op TV. Televisie blijkt toch een krachtig medium te zijn, waar de beelden van blijven hangen! Ook in de garage was het van hetzelfde: we hebben je gezien... Soms weet je eigenlijk niet goed hoe je met al die aandacht daaromtrent moet omgaan. Het is natuurlijk wel een prestatie, dat zal ik ondertussen wel beginnen geloven. Maar aangezien alles zo lang en intensief voorbereid was, is het alsof elke dag maar een stapje was. Ik heb er inderdaad echt nooit bij stilgestaan dat iets serieus mis kon gaan. Anderen blijkbaar wel en dat geeft een serieus ander geval van 'conceptie'. Ook het inloggen op de blog blijft gebeuren. Niet meer zo massaal als tijdens de tocht zelf natuurlijk, maar toch nog 30 à 40 mensen per dag. En dat is toch nog heel wat! Of zouden mensen sommige stukken ana het herlezen zijn? Of, raakt men van het gevoel niet af. Ik niet van het schrijven, zij niet van het lezen.

Leuk was in ieder geval het boek dat ik thuis kreeg bij het thuiskomen. Het was het nieuwe exemplaar van Pieter Aspe. Postscriptum. Veelbelovend, met een schelp op de voorkaft. En je denkt dadelijk: dit wil ik lezen, want hier ga ik misschien dingen in herkennen. Maar o wee. Ik doe niks af van het spannend zijn van het boek. Het is een typisch Aspe-product en best het lezen waard. Maar over Santiago staat er wel zo goed als niks in. Het is een meedrijven op de hype van 'Santiago' vrees ik.


Het begint al op bladzijde 9 met een fout gegeven. 'Ik maakte een voettocht naar Santiago de Compostela. Een bedevaart dus'. Daar gaan we al weer. Naar Jeruzalem en Santiago spreekt men van een pelgrimstocht. Lourdes, Czestochowa, Rome, Fatima... dat zijn bedevaarten. Maar goed, dat kan je nog verstaan. Een beetje verder dan (bladzijde 11): 'Mensen die een bedevaart ondernamen naar Compostela, deden dat meestal om een schuldgevoel of trauma te verwerken'. Je kan nu wat veralgemenen, maar hier gaat onze Pieter er toch over. Moet natuurlijk wel bij het plot van zijn boek passen, maar van al de mensen die ik ontmoet heb op e Weg, niet veel schuldgevoel tegengekomen! En trauma's...ook niet echt. Wat op bladzijde 12 staat is dan wel waar. Alle pelgrims hebben een verhaal. Vandaar dat het zo moeilijk te vatten is, waarom iemand juist op pelgrimstocht gaat. Zelfs nu, kan je niet zomaar zeggen: het is daarom of daarom. In de loop van het nemen van de Weg verwateren sommige ideën en sluipen ze weg naar de achtergrond, terwijl andere zich fijn kristaliseren en nieuwe betekenissen aan je tocht geven. Dat maakt het voor de pelgrim, voor mij ook zo boeiend. Vandaar misschien dat sommige mensen het meerdere keren doen. Om die ervaring nog eens mee te maken. Wel en voor de rest van de liefhebbers van het boek van Aspe, ik heb nog 46 andere regels geteld die over Santiago gaan. Meer niet en eigenlijk doen ze niet ter zake.
Het blijft in ieder geval boeiend om te zien, hoe het verhaal van de Weg, de schelp en alles wat er zich rond afspeelt, blijft opdagen in mijn leven.
Morgen, omdat we het niet kunnen laten, schrijven we daar nog iets over.

maandag 25 april 2011

De tijd bestaat alleen maar omdat anders alles tegelijkertijd zou gebeuren.

Stille maandag, maar niet dadelijk voor mij. Nu de pelgrimstocht voorbij is, is het ook hoog tijd om de realiteit weer onder ogen te zien. Eens de mailbox opengedaan en daar lachten ze je alle 612 toe, de mails. Je kan er wel even tussenuit trekken, maar de realiteit achterhaalt je wel. Ook de bureau diende dringend terug op orde gezet te worden. 'Santiago' werd mooi verpakt, in dozen gestoken en aan de kant gezet. De bijkomende tafel toegeklapt en weggestoken. De volgende keer dat ze weer boven komt, is het grote vakantie en dient ze als picknicktafel. Wat ziet ze er ruim uit nu, de bureau! Kaartjes en wensen, vonden hun plaats in de Moleskin. Deze is nu dik en uitpuilend, een levend archief van wat niet vergeten mag worden. Deze zit niet in een doos, maar ligt rechts van mij op m'n bureau. Hier zal ik de komende dagen, weken, maanden zeker nog naar teruggrijpen. Ook in voorbereiding van een foto-avond.
Met alles weg te steken is ook een stukje weggestoken dat de laatste maanden de vrije tijd zo bepaalde. Straks, de komende weken gaan we herinneringen moeten klasseren. Nu vond ook het 'ulletje' van de fles die we dronken bij het bereiken van Santiago haar plaats bij de 'echte' champagnekroontjes. Helemaal rechts onder. Als herinnering.
En blijkbaar ben ikzelf niet alleen een stukje 'verloren', maar ook lezers van de blog hebben blijkbaar niks meer omhanden. Zesduizend inloggingen ondertussen en elke dag blijven mensen inloggen. En ook de vraag naar de bundeling van dit alles blijft maar komen. Maar morgen is het weer 'werkdag'. Laat ons die ook maar even eerst voorbereiden.

zondag 24 april 2011

De nood tot schrijven is groter dan de verplichting

Gisteren was het stil op de blog. Sommigen konden inderdaad niet echt goed vatten dat het gedaan was. Anderen, mij goed kennende, waren er bijna zeker van dat ik de laatste twee étappes in één rit zou afwerken. Het was dan ook echt leuk gisteren om met weinigen de namiddag door te brengen: mijn ouders, Koen en Lut. Hier pas bleek hoeveel anecdotes van de blog weggebleven waren. Hoeveel in het 'verhaal' opdook, dat nooit de blog bereikte. Inderdaad niet alles kon op de blog weergegeven worden.Sommige zaken, omdat je ze op het einde van de rit niet meer zo belangrijk vond, andere omdat je ze niet meer herinnerde. Het is maar gisteren/vandaag in de stilte van de tuin dat de herinneringen stilletjesaan weer komen en hun plaats krijgen. En hoe meer mensen je ziet, hoe meer blijkt dat sommigen vooral inzaten met het aantal kilometers en de gevaren die dat met zich mee zou kunnen brengen. Terwijl mij dat nooit een zorg is gebleken. Elke dag bracht wat het komen moest en elke dag sloot zich af, zonder echte problemen. De tocht zoals ik ze meemaakte, werd dus echt anders beleefd op het thuisfront dan op de motor zelf.
Ik ben ook tevreden Peter, dat je blij bent met je kaartje, ook als vergat ik het ginder te posten. Bedankt ook allen die een berichtje stuurden dat ze er gisteren niet konden bij zijn. Het was geen verplichting, het was een open uitnodiging.
En hoe meer mensen je tegenkomt, hoe meer de vraag  naar een 'bundeling' van de teksten blijft komen. Waar is dat goed voor vraag ik me dan af? Zouden anderen daar dan werkelijk iets aan hebben? Het is het overwegen waard. Maar nu, met Pasen, terwijl iemand een beetje verder zijn gras afrijdt, lijkt me dit nog niet echt belangrijk. Belanrijk nu is thuis te zijn en te genieten wan wat ik een overwinning zou noemen. Maar het leven gaat verder en hoe belangrijk is dit alles? De tijd zal het uitwijzen....
En toch, aan het lezen van de vele mails, ik pluk er hier gewoon eentje uit, blijkt dat velen, die je zelf niet kent, meeleefden en mee op tocht gingen:
Beste Franz,

Dagenlang heb ik, met veel plezier en ontroering je reisverhaal gevolgd.
Door Frankrijk, over de bergen, door Spanje, totaan het einddoel, Santiago de Compostella. Tot en met de laatste hindernis, de monsigneur die vond dat je geen stempeltje verdient had, maar geen weerwoord had.
En ben je weer terug, in het zo rustige Belgie, en kunnen alle indrukken van de reis op volgorde worden gezet. Veel succes daarmee, want ik denk dat er veel,veel, heel veel meer is gebeurt dan in de blogjes verteld kon worden.
In je blogjes waren vaak punten en zaken waarvan ik dacht, 'ja, dat voel ik ook zo', en op die manier heb je een stukje van mijn hart naar Santiago, naar Cabo Finisterra gebracht.....
Waarvoor dank.
Misschien komt het er nog eens van dat ik in de buurt van Brugge kom, en dan zal ik mijn best doen om je eens te bezoeken (als dat mag) Misschien dat je je adres kun geven....
En verder...
Deze weg is afgelegd, de volgende begint alweer.....
Bon Camino, ook in de toekomst
 Het zijn jullie die bedankt zijn.

vrijdag 22 april 2011

De cirkel is rond, het is volbracht.

Het leek me een juiste titel voor het stukje van de blog vandaag. Hoe sommigen het doen (nietwaar Marc), weet ik niet, maar er zijn er inderdaad die reeds weten dat ik thuis ben. En het is juist, de 'moderne pelgrim' heeft zichzelf overtroffen vandaag. Ik ben inderdaad vanmorgen vroeg opgestaan (04.00 uur) en heb rit 14 en rit 15 na mekaar uitgevoerd. Zevenhonderd kilometer vandaag op de motor. Neem het van mij aan ik zou het geen tweede keer doen. Het was een stukje lijdensweg om thuis te komen. Ongeveer alles wat verkrampt kan zijn, is verkrampt. Maar soms is de roep van thuis groter dan het gezond verstand. Maar we zijn thuis, in één stuk, en kijk buiten lieve mensen, het slechte weer is er ook. Speciaal voor iedereen meegebracht uit Spanje. Hoor je het al rommelen in de verte?
De cirkel is dus rond. We kwamen België binnen via Haezebrouck en Poperinge, de stad waar ik zoveel jaar geleden mijn carrière in het onderwijs begon. En we eindigden met rond te rijden langs de Sint-Jacobskerk waar alles veertien dagen geleden begon. Het is volbracht, zoals het stuk uit de lezingen van 'goede vrijdag'. Waar zolang werd over gedroomd, waar zolang werd aan gepland, is voorbij. Of niet? Gaat het op weg gaan verder? Ik denk het wel...
En nu zijn we thuis en is er internet. Kijk eens aan, de laatste dagen was dit iedere keer een zorg. Nu dus niet. Maar met de deur die juist toesloeg, ben ik weer alleen. Sabine naar 'Fakkels en Kruisen' (het zal de eerste keer in zoveel jaren zijn, dat ik er niet bij ben, maar ik ben gewoon te moe), Wouter net van Joepie terug en moe en vuil en wil het nog even gaan doorspoelen met wat vrienden, Birgit weg met een vriend en Ilse gaan werken. Ja, de pelgrim zit zoals iedere avond alleen in zijn scriptorium. In een poging om het allemaal op een rijtje te zetten? In een poging om een diepzinnige duiding te geven aan dit avontuur. Ik denk niet dat het nu zal lukken. Daar komen nog wel andere momenten voor en die zal je ook wel op de blog kunnen lezen. Vanaf nu één berichtje per week. Op zaterdag?
De weg is tot haar einde gekomen maar binnenin ben je nog steeds op weg. Je rijdt als het ware nog een stuk verder. Naar waar? Niemand weet het.
Vanavond nog voor iedereen gekookt. Een visgerechtje zoals ik leerde maken in een keuken in Léon. En ondertussen wat verteld. Maar het is te sporadisch. Teveel indrukken zoeken zich een weg naar buiten, maar ze hinderen mekaar. Morgen zal het wellicht wat beter gaan om alles te ordenen. Een plaats te geven. Bedankt ook lieve mensen voor al die berichtjes nu en tijdens de tocht. Ze zijn/waren een echte steun. Bedankt Joop, voor de vele interventies, de Clementientjes uit Gent (ik weet het niet van die Calamares, Birgit vroeg er ook al naar), bedankt kok Hans uit mijn keuken in school voor je leuke mailtje, bedankt Chantal en Lisbeth voor het cadeau, bedankt Mère Hélène voor het kaartje, bedankt Jan de buurman, voor het simpele welkom toen ik onverwacht arriveerde, bedankt Koen om de 'essentie' centraal te plaatsen, bedankt facebook- en bloglezers, bedankt .....
En Peter, ik bracht een kaartje mee, speciaal voor jou uit Santiago, omdat je het speciaal vroeg op de open avond. Ik ben het wel vergeten te posten, maar het zal vanavond nog in je brievenbus zitten. Na 22.20 uur mag je zeker kijken.
En vergeet niet, wie morgen langs wil komen is echt welkom. Je overvalt ons niet. Dit is altijd al een beetje ons moto geweest. In dat opzicht zijn we echte Bourgondiërs. Als er iets moet gevierd worden, dan doe je dit niet alleen, maar met velen.
En terwijl ik hier zo zit, met een glas cava op de 'overwinning' en probeer deze blog rond te krijgen na 6000 kilometers tocht (de teller van de motor staat op 10006, en we vertrokken aan 4002), en berichtjes via facebook (die ik tot de blog online staat niet ga beantwoorden) denk je bij jezelf stilletjes: ben je blij dat je dit gedaan hebt. Ja! Volmondig ja. Het was een uitdaging en de voldoening is al groot, maar zal straks, wanneer ik wat meer afstand kan nemen, zeker nog groter worden. Maar dat het lang was, zeker voor wie thuis achter bleef is ook een feit. Kaarten, detailkaarten en logboeken op de kast bewijzen het dagelijkse volgen van mijn vorderingen. Bedankt dat ik de tijd kreeg om dit te mogen doen.
En wat heb je nu geleerd, hoor ik veel mensen al vragen.
Je zal het nooit geloven, maar toen ik daar tijdens de dag aan dacht voor de blog van vanavond, dan wist ik het antwoord niet. 't Is te zeggen, je weet het wel, maar je kan het niet verwoorden. Het spreekt vanzelf dat het moto van deze tocht 'Ten perdu jhamais se rocobro' voor 90 procent de lading denkt. Maar wat is de fond? Waarover gaat het echt over. Waar zou elk mensenleven moeten om draaien?
En toen viel mijn oog op de steen die ik door Lisbeth en haar broer heb laten maken voor Sabine's
veertigste verjaardag. Daar gaat het hem om mensen, daarom en daarom alleen!
Mag het mijn wens zijn voor ieder van jullie....

PS. Bedankt Sabine voor het boek van Pieter Aspe 'Postcriptum' over de plegrim die onderweg is naar Santiago de Compostela en vermoord wordt.

donderdag 21 april 2011

Wie in Frankrijk wil internetten, moet naar Mc Do!

Het moest er eens van komen. Vroeg of laat moest het in één of ander hotelletje wel eens mislopen. Vandaag dus in Ace hotel. Dat het niet werkt tot daar toe, maar hoe ga je ermee om? Iets doen? Nee, dat kan niet. We zullen wachten. ‘Mon chef a dit d’attendre, et normallement ça va se résoudre’. Ja, als je lang genoeg wacht, lost alles zich op. Het schijnt dat je voor internet bij Mc Do moet zijn, dus zijn we daar maar even gaan kijken. In ieder geval veel foto’s zal ik al niet kunnen opladen vrees ik. Maar goed, we zien wel. We hebben toch al onze gratis account aangemaakt en als ik nu nog de bevestigingsmail krijg, komt alles in orde.

(Joepla, bevestigingsmail juist binnen. Dank je Mc Do, maar moet nu wel een hamburger eten, jakkes)
Vanochtend vroeg uit de veren. Het beloofde immers een lange tocht te worden van Elne naar Issoire. En dat was het ook. Weerom het mooie weer niet meer mee. Het achtervolgt me werkelijk. En iedere ochtend is het me ook een honderd kilometer voor. Ook nu weer.
In Elne: wind, wind, wind en dreigende wolken. Gelukkig geen druppel water die eruit viel. En het bleef slecht weer tot voorbij Béziers. Langs Capestang gereden en wat zagen we daar? Wijzigingen bij Café de la Grille. Wie had dat gedacht dat na al die jaren er 'veranderingen' zouden zijn. Maar ja, nieuwe bazen. Het kon niet uitblijven.

En aangezien we benzine nodig hadden, even naar de Intermarché. En hopla, daar zijn ze ook met hun tijd meegegaan. Niemand meer in een kotje om aan te betalen, maar een echte kaartlezer! Hoe ze dat nu doen voor hun wasstraat en de verkoop van gasbollen, weet ik niet.
Ik weet wel voor heel wat lezers is dit Chinees, maar voor anderen (Ann, Koen, Alain, Annemie, Ilse, Birgit, Wouter, Alain, Xavier, ..... is het dat niet en hoort dit thuis onder de noemer herinneringen).

En dan begonnen we aan de tocht naar ‘boven’. Via Bédarieux zo de bergen in. Het regende wel niet, maar de gekende koude was er wel. Maar stilletjes aan begon de lucht open te trekken, rook je de typische geur van de garrigue en werd het warm (tot 24 graden vandaag).En vanaf dan lag er een kleine driehonderd kilometer kleine, kronkelende banen voor de wielen. Prachtig. Tussen Les Rives en Le Caylar, kwam ik zelf geen levende ziel tegen. En dan naar Millau, zoals we vroeger deden.
Niet over de brug, maar zaken naar de stad, de stad door en dan terug stijgen. Mooie stad trouwens. Blijkbaar ook het centrum van ‘het leer’. Er waren in ieder geval lederwinkels genoeg. En zo maar verder langs kleine baantjes, naar Aguessac, Palhas, Massegros…. Dorpjes waar er waarschijnlijk in de laatste 10 jaar geen Belg gepasseerd is.
Ondertussen werd het middag, want kleine baantjes met veel bochten in de bergen, zijn wel mooi en een uitdaging om met de motor te rijden, maar het gaat niet vooruit! Een gemiddelde van 40 kilometer per uur. Tijd om te eten en we stopten voor een dagschotel in La Canourgue. Blijkbaar was er een serieus feest geweest, want overal hingen slingers en harten. Blijkbaar gaat hier jaarlijks het vrijgezellenfeest voor heel Frankrijk door. Alleenstaanden komen van heinde en verre om hier een partner te vinden. Een dagschotel voor 10 euro? Het kan en ze was voortreffelijk. Voorgerecht van lauw geitenkaasje (we hebben trouwens vandaag duizenden geiten en schapen in de bergen gezien) met honing gevolgd door een pavé met warme tomaatjes en een gevulde aardappel met roquefortkaas onder gemengd. Tot slot een Pana Cotta als dessert en een half karafje rosé. En alles voortreffelijk klaargemaakt. Voor die prijs stap je zelf de winkel niet binnen.
Een telefoontje en Sabine vertelde me dat Cees Noteboom op de radio geweest was om uitleg te geven bij de verschillende processies van de Semana Sancta in Spanje. En inderdaad, de kleur van de kappen hangt af van het beroep en van de 'ordonis' waartoe ze behoren. Je moet het fotootje van de winkel waar ze dergelijke kostuums verkochten nog maar eens bekijken, of de groene mutsen en de zwarte kostuums van de Processie in Santiago.
Via Le Monastier en Marvejols (echt prachtig stadje), kwamen we dan weer uit in Aumont-Aubrac. De cirkel is rond. Hier passeerden we zovele dagen geleden in de heenreis, nu passeerden we in dezelfde straat, maar in tegengestelde richting. Wat toen nog komen moest en een verre hoop was, is nu voorbij en een zekerheid. Het deed wel raar. Je hebt ondertussen zoveel gezien, zoveel meegemaakt, beleefd, dat het onwaarschijnlijk is dat het nog maar een week geleden is. En van daaruit naar Issoire. De slaapplaats voor vannacht. Blijkbaar ook het vertrekpunt van de negende étappe van de Tour (hopelijk hebben ze geen internet nodig).

Voilà en zo is er vandaag dan toch nog een blogje (het zal bij dit ene blijven) en zijn zelfs de fotootjes opgeladen. En dat allemaal dank zij Mac Do, alhoewel ik moet zeggen: een slechter draaiend spul dan deze hier heb ik zelfden gezien. Ze lopen elkaar hier maar voor de voeten, maar doen niks.
Ondertussen hebben een aantal mensen al laten weten dat ze zaterdagnamiddag binnenspringen. Fijn. Ik kijk er al naar uit. Maar misschien zijn er nog wel (want gisteren was de dag met het minst aantal inloggingen sedert 19 maart!). Willen jullie dan iets laten weten op een ander emailadres (dat ik kan lezen op mijn blackberry)? fverplancke@skynet.be en dat je welkom bent, dat weer je.
Tot morgen dan maar weer, vanop en andere plaats....

PS. Nu zie ik het pas, we zijn de 13de reisdag!

woensdag 20 april 2011

invitación*******invitation*******invitatie

Reeds van voor ik vertrok, kwam er de vraag of ik een foto-avond zou doen. Hoe verder de tocht zich zet, hoe meer ik daar ook 'goesting' in krijg. Er valt nog zoveel meer te zeggen dan in de blog z'n plaats kon krijgen. Ook de blog zal niet zomaar stoppen zaterdag. Maar daarover en de datum van zo'n avond volgt wel nog nieuws (op de blog natuurlijk).

Er zijn ook van langsom meer mensen die een berichtje sturen: wanneer ben je thuis zaterdag? Dat weet ik nog niet. Een exact uur kan ik daar niet op plakken. Trouwens de eerste uren zijn voor Sabine en de kinderen (de grote sloebers zullen het graag horen!).
Maar ik kan begrijpen dat mensen een vraag willen stellen, me eens willen 'zien', of gewoon eens willen polsen hoe het 'echt' geweest is, zien of ik 'vermagerd' ben, of ik nog wel Nederlands kan, ..... Wel dat kan. In overleg met Sabine is iedereen van harte welkom nu zaterdag tussen 14.30 en 16 uur, bij ons thuis. Je mag je er wel niks groots bij voorstellen. Een glas en een babbel. En een tapas als we eraan denken.
Nu hadden we wel graag geweten wie er eventueel langs zou komen. Wie dus denkt dat hij/zij de moderne pelgrim in levende lijve wil zien (-:)), mailt dit liefst door naar:
fverplancke@live.be (en liefst voor donderdagavond).
We zullen je graag ontvangen en na die lange tijd ook weer eens Nederlands praten met iemand. Het enigste gespreksonderwerp: de tocht naar Santiago.
Cada difundir la palabra....
Chaqu'un passe le mot....

Les Terres Grillées.....

Met een fles wijn in de zon, op een historische plaats in de schaduw van de Canigou. Zo zou je het best omschrijven waar 'het scriptorium' van de plegrim zich nu bevindt. In tegenstelling tot in de zomer is het erg kalm in het stadje (en zeker in de oude binnenstad). Hier en daar lopen wat 'oudere' toeristen rond. Maar het is stil. Enkel het ruisen van de wind in de bomen en veraf het spelen van kinderen vult de occitaanse lucht.
Elke avond of namiddag spendeerde ik tot nu toe aan het schrijven, berichten, meegeven van impressies. Gemiddeld een twee à drie uur. Schijrven is een langzaam proces. Het vormen van zinnen uit lossen flarden van gedachten tijdens de dag, een nog langer. En telkenmale denk je 's anderendaags, wanneer je weer op de motor zit: dit heb ik vergeten.
Menigmaal (wat een woord!) plaatste ik een foto van de 'werkplaats van de moderne pelgrim'. De laatste tijd heb ik dat een beetje uit het oog verloren, omdat 'de werkplaats' nogal verscheiden was. Maar hier in Elne, zijn we een beetje thuis. Ieder jaar komen we hier eten, en vorig jaar sliep ik hier ook uit op weg naar Zaragoza voor de school. Hier maakte ik een verkiezingsavond in Frankrijk mee. Kortom, ook hier hangen veel herinneringen aan vast. Gedaan hier met het Spaans (niet echt, want hier houdt met van het Occitaans. Zeg hier niet te luid dat men in Frankrijk is, want Parijs is nog zo ver!). Tijd dus om iemand ye bedanken. Merci Marieke, voor de cursussen Spaans die je doorgaf. Ik zal wellicht niet geslaagd zijn voor mijn examen Spaans. Ik zal ook wel nooit gene Cervantes worden. Maar de dingen die erin stonden hielpen me om eten te vragen, de weg te vragen, bezine te kopen, ... Gracias. Por todas esas pequeñas cosas que usted responsable. Silenciosa e invisible.

Aangezien ik me hier een beetje thuis voel (en dat kan je al voelen aan het warme welkom), kon ik dus gerust aan de dochter vragen om een foto te nemen van de 'moderne reiziger/pelgrim' aan het werk. Hieronder staan er twee. Genomen door de moeder (ze was ietsje rapper dan de dochter om het te doen)
En wie mijn andere zijde fotogenieker vindt (of ook de dochter wil zien):


En voor de wijnliefhebbers, het is een wijn, die ik hier enkele jaren geleden dronk, toen fotografeerde met de GSM en sindsdien niet meer kon vinden. Maar voor de volledigheid: 'Domaine Piquemal, Les Terres Grillées, Côtes du Roussillon Villages'. En wie hem ooit wil ter plaatse kopen (ik dus dit jaar, want nu heb ik het adres): 1, rue Pierre Lefranc, 66600 Espira de l'Agly, bij Marie-Pierre et Franck. Voilà, nu weet je het ook.
Voor papa, die altijd één van de eerste is om op mijn foto's die ik op facebook plaats te reageren, nog kort wat uitleg over Elne. Ik weet dat heel in het begin dat we dachten om naar Santiago te gaan, al lachend gezegd werd om het samen te doen. Maar dat is er niet van gekomen, wel van het stipt opvolgen en becommentariëren van de berichten. Wel hier wat rond Elne.
Elne ligt op 5 km van de kust en op 12 km van Perpignan, aan de voet van de Alberès en de Pyreneeën. Een ontmoeting zowel met de bergen als met de vlakte en de zee... Weerom een zee: Finnisterrae ligt nog vers in het geheugen. Maar hier rijd je meer nog dan alle dagen ervoor door de wijnroutes (van de Languedoc-Roussillon). Ook het kerkje is wondermooi en een omrijden meer dan waard. Het kerkje, wat zeg ik? De kathedraal. Deze werd in de 11e eeuw gebouwd in wat thans de bovenstad is, op de overblijfselen van het oude Gallo-romeinse oppidum 'Illiberis' - Elne was bisschopszetel van de Roussillon van de 6e tot begin van de 17e eeuw. Het klooster, dat we zovele jaren samen deden (Saine, de kinderen en ik) in zijn blauwgeaderde marmeren pracht is een van de mooiste van Frans Catalonië. Thans herbergt het een archeologisch museum. Het is echt de moete van het reizen waard.
Tot vorig jaar runden ze hier een restaurant en de chambres d'hôtes. Maar door het succes van het restaurant (het enigste echt lekkere in Elne), was de combinatie in het hoogzeizoen niet meer te doen. Dus verbouwden ze hun kamers tot appartementen, die ze verhuren per week. Met drie en een restarant en soms dagelijks kamerlinnen wassen en zo, bleek niet meer haalbaar. Voor wie zelf wat meer informatie zoekt, kan gerust terecht op de volgende site: http://www.remparts.fr/. En voor de hele nieuwsgierigaards, ik slaap in het appartement 'le Canigou'

Et ici commence les vacances....

Van bij het binnenrijden van Figueres had ik zoiets van: vanaf hier is het meer vakantie, is de missie over. Het was sterker dan mezelf. Hier kom je voor het eerst na vele dagen in een vertrouwde streek. Hier ben je een beetje thuis. Vanaf hier in de GPS ook uit. Niet meer nodig. Deze streek ken ik hier als mijn broekzak. Met de zovele kleine baantjes die ik al jaren eens had willen doen.
En terwijl Sabine thuis zich amuseert met haar eigen programma (weet eigenlijk wel niet of dat een programma is: naar school gaan, de grote kuis doen, de diepvries uitkuisen, ....) rij ik hier rond in de streek die we normaal in de grote vakantie doen. Het is wel een heel ander gevoel: alleen of met twee, drie. Eigenlijk voel je een soort gemis. Iemand die er niet bij is en die je bij dit alles zou willen betrekken.
Zou het mogelijk zijn om in een streek een bepaald gevoelen te leggen, bepaalde emoties? Ik heb dat ook voor een stuk wanneer we met de cursisten naar Montpellier gaan. Alhoewel het hard werken is om cursisten een tot in de puntjes uitgewerkt programma te laten doorwerken, bekruipt mij toch ook altijd dat vakantiegevoel. Ook hier heb ik dat. Dit is een streek die vakantie schreeuwt! Ook al ziet ze er nu heel anders uit dan in de zomermaanden: de bloeiende brem tussen de beginnende scheuten aan de wijnranken van de Banyuls, Coulioure kunnen binnenrijden, ...).

Dit is een streek die herinneringen draagt: wij met de kinderen als ze nog klein waren, met Ann en Koen en Dries en Jeroen, Peter, Katrien en Sander bij Tio Pepe in Elne. Koen, Peter en ik in de Banyuls en Peter die een halve kelder kocht omdat z'n vrouw graag zoet drinkt (zouden al die flessen al gedronken zijn, of liggen er hier en daar nog te wachten op gasten?). Is het daarom dat mensen zo graag terug gaan naar een bepaalde streek? Omdat er herinneringen aan verbonden zijn? Omdat herinneringen het vreemde tot bekende maken? Ik weet het niet. Maar het is een streek waar ik graag ben. Hier staan geen borden meer van de Camino Santiago de Compostela, hier staan enkel borden route des vins.... En toch, ook Elne lag ooit op een route naar Santiago. Sluit de cirkel zich al hier?

Ik heb mezelf in de zon gereden....

Ze zullen het in Spanje niet graag hebben. Regen, regen en nog eens regen. Gisteren sprak men op de televisie van een ramp voor de processies. Heel wat processies zouden moeten geannuleerd worden, wat men in jaren niet meer gezien heeft. Ik denk 15, als ik het goed verstaan heb. En vanmorgen was het weer van dat. Achter me zag je het donkerder en donkerder worden, rond 8.30 uur zelfs bliksemschichten. En voor me, een open gat in de wolken, waar de zon doorscheen. Daar moest ik zijn. En dus maar rijden. Ik moet trouwens de uitspraak van gisteren wat nuanceren. De uitspraak dat er tussen Zaragoza en Bareclona niets te zien zou zijn. Er is natuurlijk iets te zien. Zo zijn er monasteria genoeg, als je wilt, maar ze lagen allemaal nogal ver van de route af. En eerlijk gezegd was het vandaag echt de bedoeling van door te rijden. Ook de Penedès voor de wijnliefhebbers onder ons ligt tussen Zaragoza en Barcelona te blinken. Het viel wel op dat de wijnranken nog maar weinig bloeiende scheuten hadden. Later op de dag, in de Banyuls zou het er al heel anders uitzien. Maar het was dus een op de vlucht zijn voor. En waar men gezegd had, dat er vanaf Barcelona mooi weer zou zijn, dat betwijfel ik nu ook. Het zag er daar al even onheilsspellend en dreigend uit als in de rest van Spanje. Ik vergeet erbij te zeggen dat ik tussen Zaragoza en Barcelona maar de autostrade genomen heb. Kwestie van goed vooruit te gaan. Want als er te betalen valt, dan rijden alle camiones in Spanje langs de andere weg. En dat is levensgevaarlijk zo vroeg. Heeft me wel 25 euro buiten de begroting gekost, maar veiligheid voor alles. Trouwens je mag er dan nog eens 6,5 euro bijrekenen (maar daar had ik wel op gerekend) voor het traject tussen Barcelona en Girona. Daar ging ik de weg af, langs binnen naar Figueras. Bijna 10 dagen heb ik geen buitenlandse wagens tegengekomen. En wat was de eerste buitenlandse nummerplaat die ik zag buiten Lieida? Een Pool. Jawel, die zitten tegenwoordig ook overal. En vanaf Figueres Belgen. Bij bosjes! Je raadt het al, ik ben niet over La Jonguera Frankrijk binnengereden. In Figueras was het 13 uur en eigenlijk wilde ik al lang eens het betere bochtenwerk met de motor doen tussen Portbou en Collioure. Maar ja, in de grote vakantie heb ik geen motor mee. Het was fantastisch, maar dat is nieuws voor het tweede stukje van de blog. Eerst nog vie Paralda gereden, terug langs de hele kleine weggetjes. Weet je waar ik het deze voormiddag echt lastig mee had? Met het verkeer. Ik ben het echt niet meer gewoon, zoveel auto's en vrachtwagens. Ga me weer dringend moeten aanpassen.
Es tu bien España, Francia Bienvenida

dinsdag 19 april 2011

Ahora empiezo a entender el español, el viaje en España es a punto de terminar

De namiddag bestond dan voornamelijk in: nog maar eens nat worden en uiteindelijk richting de laatste slaapplaats op Spaanse bodem rijden. De weg neemt een kering en morgen met het overschrijden van een landsgrens, wordt het doel van de weg van 'er veilig raken' vervolledigd tot 'veilig thuis raken'. Tijdens de overloze kilometers van eerst heel hoog (700 meters), langzaam afzakkend naar 300 meters, naar Zaragoza, bleef de vraag door mijn hoofd spoken: wat deden die Pelgrims om thuis te geraken? Met welke motivatie deden ze dat dan?
Maar ondertussen toch ook weer nog heel wat mooie natuur gezien. Plaatsen die zo uit de Nevada-woestijn zouden kunnen weggelopen zijn.

Rotsen volledig geërodeerd door wind en regen (sic!). En beetje bij beetje komen we dichterbij bij Zaragoza. Een stuk gekend en dat geeft een zekere rust. Vanaf hier is het precies allemaal niet zo erg meer. Alleen maar omdat je het kent. Want 400 kilometers naar Girona en dan nog 180 naar Elne: het belooft morgen ook een 'etapa dificil' te worden. En hopelijk blijft alles droog. Het is trouwens net of de regen me op de hielen zit. Als het een beetje mee zit, morgen droog. Overmorgen regen in het noorden van Spanje. Overmorgen: doorg tussen Elne en Issoire. De dag erop: regen tussen Elne en Issoire. En ga zo maar door. Dat belooft voor jullie thuis. Als de regen valt, is het teken dat ik er ben!
Bij het afdalen naar Zaragoza ook een enorm windmolenpark gezien. Dat er wind was, dat is zeker. maar zo'n park, nog nooit gezien. Er stonden zeker 100 à 200 turbines links en rechts van de weg, zover je ogen konden kijken. De foto hieronder geeft dan ook maar een vertekend beeld.
En dan Zargoza binnen. Een stad, waar in tegenstelling tot Valladolid wel een hart in steekt. Toch vind je hier ook, in deze stad die zich langzamerhand schijnt uit te deinen over de vlakte, moderne architectuur.

Maar het hart van de stad blijft de dubbele kerk, met daarond grote winkelstraen (met zelfs een Disney-store). Je komt terug dichter met de rest van Europa. Jawel, hier zijn ze weer: Decathlon, Mc Donalds, ... Niet dat we jullie gemist hebben, maar het viel wel op dat jullie ginds ver afwezig waren.
En ik weet dat er thuis zijn, die me maar half geloven wanneer ik het over de klukluxklanachtige kleren heb. Wel geloof het of niet, maar op geen 15 meter van het hotel hier heb ik een winkel gezien waar je die dingen kan kopen! Onderstaande foto moet de twijfelaars maar overtuigen.

Tot morgen allemaal, wanneer Spaans weer Frans is geworden.

Pax intrantibus, Salus exeuntibus, Concordia Habitantibus....

En hiermee willen we het hebben over één van de mooiste stukjes die ik tijdens de omweg naar Santiago in Spanje gezien heb. Het monasteria de Santa Maria de Huerte. Het lag wel niet dadelijk op de weg, maar we hebben de omweg willen maken. En het was deze omweg, ook door het griezelig weer, meer dan waard. Temeer daar boven deze cisterciënzerabdij de zon brandde! Het bovenstaande is trouwens het eeuwenoude moto van de Cisterciënzers.
Prachtige abdij en het is geen ruïne. Maar zelfs nu nog zijn de gebouwen door de Cisterciënzers in gebruik. Wat zei de pater ook al weer bij het binnenkomen (net op tijd. Het was 12 uur en je kan maar bezichtigen tot 13 uur en dan is 't gedaan). 'El Monasterio de Santa María de Huerta es uno de los más importantes monumentos de toda la provincia de Soria'. Voilà, dat wist ik eigenlijk al, want anders was ik niet omgereden. Als ik hem goed heb kunnen volgen is de abdij gebouwd tussen de twaalfde en de dertiende eeuw, op de toenmalige grens tussen Castilië en Léon. Het was in ieder geval impossant. Sabine zal spijtig zijn dat ze er niet bij was. Een monumentale eetzaal, met rechts, uitgewerkt met zuiltjes de toegang tot de lezenaar voor de spreker (voorlezen van de bijbel tijdens de maaltijd).


Daarnaast hadden ze ook nog opslagruimtes, een 'praat'-plaats, een plaats om te overleggen, maar ook een keuken. Ook die was gemakkelijk te vinden. Waar aan de rechtermuur van de eetzaal de trappen waren om naar de lezenaar te gaan, had je links achteraan een doorgeefluik naar de keuken.
Ondertussen waren er wel weinig toeristen (nog één koppel met kinderen en die hadden ook hun privépater mee). Ik liep dus met mijn pater verder (de mijne verstond niks anders dan Spaans, die andere was vlot Engels aan het babbelen) en die maar babbelen en babbelen. Mijn Spaans gaat er zienderogen op vooruit. De truuk is gewoon de volgende: je kijkt geïntereseerd. Bij het minste dat je het niet meer verstaat, frons je even, of zeg je acqui? En deze doet het hier ook altijd goed: sólo quiero repetir lentamente?
En als je het niet weet, zeg het in 't Latijn. Ze verstaan je ook. Nu blijkt, en dat wist ik niet, dat het twee dagen geleden de 900ste verjaardag was van de stichter van de Cisterciënzers, Robert de Molesme. Hier is dat dus Roberto.
Wist je trouwens de de Cisterciënzers een gemeenschappelijke website hebben (wat een nieuws die man allemaal te vertellen had), met de overlijdensberichten van over heel de wereld?
Maar het werd tijd om door te gaan, ....


Tussen Hosannah en kruisig hem, ligt niet veel tijd.

We waren vanmorgen nog aangenaam verrast dat het droog was in Valladolid. Met al de onheilsvoorspellingen die ik gehoord had op de verschillende weerberichten, hield ik mijn hart vast. Maar een blik uit het raam, vertelde me wat ik wilde weten: het was droog (en donker, zoals normaal, maar daardoor kon ik de donkere wolken niet zien).
Valladolid op het kruispunt van een aantal wijnstreken in Spanje, we zouden nu toch wel iets moeten zien op deze dagtrip. Een dagtrip, die trouwens wat betreft kilometers kon meetellen. En het begon inderdaad goed. We waren nog maar buiten Valladolid en daar kwamen we de eerste bodega's, finca's, hacienda's, ... (en welke namen ze er hier nog allemaal aan willen geven) tegen.
De eerste honderd kilometer in de Duero-vallei verliepen erg vlot. Je ziet trouwens dat het een rijke (of eens een rijke) streek is (geweest is). Maar eens we Peñafiel gepasseerd waren, keerden de weergoden zich tegen ons (en de Spanjaarden natuurlijk). Al vlug zakte de de temperatuur naar 6 graden en werd het donkerder en donkerder.


En even later was het zover. Met licht en klankspel al wat je wilt. Nu ben ik al geen fan van motorrijden in de regen, maar als het niet anders kan, .... Wat wel verschrikkelijk vervelend is, is dat de wegen tot dan toe droog gelegen hadden. Dan krijg je zo'n glibberige film op de wegen, die je met de auto nauwelijks voelt, maar met de motor des te meer. Tijd ook om weer op te letten voor de witte lijnen, want die zijn van de eerste maal slipperig. Met andere woorden, je verkrampt al vlug op de motor. Een normaal mens, zou uitkijken naar een brug of zo om even onder te schuilen, maar er is daar maar één probleem: je hebt één weg, lang, oneindig lang voor je uit, maar geen bruggen. Geen bomen, niks. En wanneer het water goot, dan goot het ook water. Precies alsof ze hele emmers over je uitkappen. Binnen de kortste keren handschoenen kleddernat, bufje om uit te wringen en in de plooien van de motorvest voel je het water binnensijpelen. Leuk is anders. Het voelt dadelijk ook heel wat kouder aan.  Nu erg lang duurde de eerste bui niet. En terwijl je rijdt, drogen de kleren wel aan je lijf (althans de buitenkanten toch, de binnenkanten zijn nog nat). Maar de tweede lading die ongeveer vijftig kilometer aanhield, had nog meer leuks in petto. Onweer! Met reusachtige knallen en lichtspel tot op de grond. En dan zit je niet in een auto. Fijn. De kooi van Farray? Vergeet het maar. Dus proberen in het zog van een 'camiones' te rijden, zodat als 't ie valt, hij niet op mij valt. Crème op de taart waren de 12 lange kilometers met hagelstenen. Joehoe, dat is niet leuk. Harde knallen tegen de helm en de motor, tot daar nog aan toe. Hagelstenen op je rug en armen: de motorvest is dik genoeg. Maar harde hagelballen op je handen, die al verkleumd zijn: er zijn leukere dingen dan dat.
In de plensende regen bezochten we ook Soria. Mooi stadje, alhoewel met zonneschijn misschien toch nog mooier.
Na Soria: een verse lading regen. Maar het zou bijna de laatste bui zijn (in ieder geval de laatste grote).

The rain in Spain falls mainly in the plains...

we zullen de belevenissen van vandaag maar beginnen met deze zin uit 'My fair Lady', waarmee Lerner probeert Liza Doolittle de 'a' correct uit te spreken. De vraag is natuurlijk: 'Does the rain....'. En het antwoord is volmondig ja. En niet alleen in the plain, maar ook op de bergen, en erger nog, vooral op mij. Het kon niet blijven duren. Tien dagen waarin er hier enkel zon te zien viel, dit succes moest doorbroken worden. En dan ook meteen met klank en lichtspel erbij en waarom ook niet: hagelstenen. Hegelstenen in de auto is al niet leuk, hagelstenen op de motor is dat nog vele minder. En nergens een plaats om de schuilen. 'Le plat pays' van J.Brel ligt ook duidelijk hier! Nu ieder om beurt. Terwijl ik hoor dat de Joepie-gasten in België smelten van de warmte, loopt men hier buiten rond in pull en vest. Ze overdrijven natuurlijk. Koud is het hier in Zaragoza echt niet, twintig graden is twintig graden. Maar ik denk dat ze hun Semana Sancta anders hadden voorgesteld.
Deze keer wel internet in de kamer. Mits wat verwarring. De receptioniste zei van niet, maar eens op de vijfde verdieping zag ik dat er wel signaal was. Zwakjes, maar het is er. Ik zal dan maar proberen de berichtjes in kleine brokjes te kappen, om zo telkens niet te lang te moeten wachten.

maandag 18 april 2011

Over een stad zonder ziel....

Valladolid binnenrijden heeft iets onwezenlijks. Het is alsof je in een blokkendoos binnenstapt. Maar een blokkendoos zonder ziel. Alles net, alles geometrisch, alles verzorgd en op elkaar gestapeld. Zelfs in de centre ciudad is het van hetzelfde. Brede banen, hoge blokken, maar zonder ziel. Het is precies alsof in deze stad niet geleefd wordt. Wel zijn de groeten goedkoop: 12 dikke asperges voor 1,10 euro en een kilo aardbeien voor 1,20 euro. Geen geld! Maar troost je, ik heb een aardbei geproefd. Ze hebben ze hier wel graag erg groot, maar echt veel smaak zat er toch nog niet in. Maar die asperges aan de andere kant, die doen het water wel in de mond komen. Eens kijken of ze vanavond te krijgen zijn.


Wel mooie groene parken, wel mooie fonteinen, dikwijls verassend architectuur, maar ook het oudste dele van de stad lijkt te clean. Overgerestaureerd. Het is gewoon niet mooi meer. Eigenlijk zou ik  nog veel meer kunnen/willen zeggen, maar de tijd dringt. Ik heb nog een kwartiertje en elke foto die ik hier plaats neemt vijf minuten in beslag. Dit is toch wel de meest hectische blog van de afgelopen tocht!
Morgen gaan we weer naar zo’n stad, met een overgerationaliseerde structuur. Maar daar heeft de binnenstad (als is het niet veel) rond de kerk haar karakter behouden. Morgen gaan we naar Zaragoza, de laatste halte in Spanje. Ik hoop dat ik de regen voor blijf in Léon y Castilië. Voor Zaragoza zelf geven ze morgen mooi weer en voor de streek die erachter komt, nog mooier.

Terwijl ik hier nu toch nog wat tijd heb, met het wachten op het opladen van de foto, wil ik toch nog iets meegeven. Semana Sancta, dat is hier serieus! Gisteren was er een twee uur durende reportage op TV over de verschillende processies die her en der doorgang vinden. De Heilige Bloedprocessie bij ons heeft er niks aan! En overal! Zelfs in Empuriadas, daar deden ze het op boten. Dus elke praalwagen was eigenlijk een boot en zo voeren ze door de kanalen. Hier ligt alles stil en iedereen doet mee en naar ik hoor vinden ze voor de Heilige Bloedprocessie weer geen volk. Misschien eens wat Spanjaarden aantrekken. Die kennen er wat van. Trouwens een processie loopt wel, maar daarnaast staat men tapas en vino te eten en te drinken en de processiegangers luidkeels aan te moedigen of luid aanmoedingsliederen te scanderen. Het is precies alsof je op de voetbal bent. Moet je ooit eens meegemaakt hebben, want het klinkt ongelofelijk als je het zo neerschrijft. Met excuses ook voor de schrijffouten vandaag, maar ik heb nog 5 minuten en dan moet alles erop staan! Mananas, en hopelijk is het dan niet weer zo’n cirque!

Pelgrim, voor een laatste keer

Vanmorgen begon de tocht erg vroeg. Er dienden immers 560 kilometers afgelegd te worden. En niet alleen dat, ze voorspelden ook regen. Maar laat ons daarover van de eerste keer duidelijk zijn. Echt veel regen hebben we gelukkig niet gezien. Ik denk dat het maar een 50 kilometer geregend geeft na Ourense op een paar bergpassen van om en bij de 1400 meter. Maar voor de rest wel bewolkt, hier in Valladolid zelfs zonneschijn, maar geen regen. De temperatuur. Zoals altijd: ’s morgens schommelde ze tussen de 10 en de 14 graden (al naargelang de hoogte waarop we reden, en die schommelde van 750 tot 1530 meter).


Ourense is voor de Spanjaarden wat Puenta la Reina voor ons is. Het is het samenkomen van alle zuidelijke Camino’s om dan van daaruit in één weg te gaan naar Santiago. Maar bij ons hoor je daar natuurlijk niet over. Het was dus de laatste keer dat ik pelgrim, modern of niet, was tijdens deze tocht naar en van Santiago. Een laatste keer de kleine baantjes, de wegen van Galicië.

Daarna had ik de keuze. Nog een dikke vierhonderd langs de binnenbaantjes rijden, of een stuk autostrade nemen. Aanvankelijk werden het de binnenbaantjes. Tot zo ongeveer op het einde van Galicië. Want eens we Léon y Castillië binnenreden was het gedaan met de pret. Niet alleen veranderede de natuur naar de uitgestrekte, monotone vlakte, zoals we die reeds gezien hadden rond Léon, maar het begon dus echt ook te regenen. De allereerste keer sedert ik vertrokken ben. Met het weerbericht van de laatste dagen in het achterhoofd, dacht ik dan ook dat het zou regenen voor al de volgende kilometers.  We kozen dus om de autostrade op te rijden. En daar hebben we nog nooit zoveel guardia civil gezien als in de laatste dagen samen. Snelheidscontroles! Man, man, man. Zichtbare, met anonieme wagens, … Nu ze rijden ook wel goed gek. De snelheid is in Spanje beperkt op autostrades tot 110 kilometer (naar aanleiding van de olieprijzen), maar ze lezen dat hier verkeerd, denk ik. In ieder geval, anders zijn ze een plezier om op te rijden. Nu het was ook wel nodig, niet dat de regen lang aanhield, maar het aantal kilometers vreten meer aan je dan je denkt. De vermoeidheid begint zich immers op te stapelen. Wel eindeloos mooi, zeker wanneer je in de omgeving van Valladolid komt, waar de oneindige glooiingen af en toe doorbroken worden door een heuveltje. Dat heeft wel iets.

Her en der waren ook hele stukken weiland ingenomen door zonnepanelen! En voor de rest: eigenlijk weinig verkeer. (Mens dat is hier schrijven tegen de sterren op, want ik heb die andere kamer maar tot 18.45 uur. Vlug door naar het laatste stuk!)

Condities worden moeilijker en ander nieuws....

Had ik gisteren en eergisteren nog internet op de kamer, dan kan ik daar nu helemaal naar fluiten. Beneden is het te doen. En beneden, dat betekent, de kamer uit, de gang uit, een lift nemen, één verdieping naar beneden, de gang door en aan de tweede lift uiteindelijk naar het gelijksvloers. We zullen de teksten dus maar eerst voorbereiden in een word-documentje en dan de gepaste verplaatsingsoefeningen doen. Bedoeling is dat je vandaag drie blogjes krijgt. Eéntje als inleiding (dit dus), eentje over vanmorgen en eentje over deze namiddag en Valladolid.
Ondertussne blijkt dat beneden ook al niet te doen is. Heb dan maar eens gezegd wat ik ervan dacht en hopla, plotseling krijg je een kamer waarop alles wel werkt. Wel alleen maar om te tikken, niet om te slapen. Ge had de manager z'n gezicht moeten zien als ik hem YouTube toonde. Nog een die denkt dat ik werk voor de pers. Hola, Spanje, het doel heiligt soms te middelen. Nu maar rap doorwerken en zien dat ik ook alles online krijg.


Maar eerst en vooral:
• Veel stapgenot morgen aan al de lezers van deze blog die morgen op Joepie vertrekken.
• Welgekomen thuis ook aan de ‘Weerwolven’, die gedaan zouden moeten hebben met Berlijn onveilig te maken

Soms toch wel rare jongens, die Spanjaarden….

• Je slaat hier niet links in, nee eerst rechts, dan draai je en dan kan je de baan oprijden in de richting die je wilde

• De lichten voor de voetgangers maken hier allerlei geluiden. In Pamplona telde een schermpje zelfs af, hoeveel seconden je nog had om over te steken. In Burgos piepten ze, in Léon floten ze, hier flikkeren ze

• Als je ’s morgens vroeg door de streek rijdt riek je zo waar een panadenarios is

• Benzine kopen is hier een hele belevenis. Je rijdt een benzinestation op. Dadelijk komt er iemand om jou te helpen (wat wel lachen is, want sommigen weten echt niet waar de tank van een motor steekt). Dan ga je gaan betalen en het kwijtingetje dat je krijgt geef je dan terug aan diegene die je bedient heeft en dan mag je vertrekken.

• Elke stad hier verschillende motor-parkeerplaatsen heeft. In Valladolid zelfs uitzonderlijk veel. Dat ware nog eens een idee om de nieuw aan te leggen ‘Gerard Davidstraat’ met haar tijd mee te krijgen (in plaats van die absurde bomen)

zondag 17 april 2011

Entre el arte y el kitsch

Tegen de middag was ik dan ook terug in het Hotel. Ja, wie draait er z’n hand nu nog om voor 200 luttele kilometertjes over mooie, glooiende wegen? Ondertussen slecht en goed nieuws ook voor Sabine. Ondertussen twee nieuwe briefjes gevonden tussen het ‘proper goed’, maar van de brief die je naar hier gestuurd zou hebben, weten ze niks. Als de Belgische post al traag werkt, dat dan naar Spanje moet en … Ik had je gewaarschuwd, ik zal al lang ergens anders zijn tegen dat dit aankomt.

In ieder geval in het hotel net op tijd voor de tweuuuuuuuuuuuuuuuuut, tweuuuuuuuuuuuuuut, net voevoezela’s, maar dan op z’n Spaans. De processie, of één van de van vandaag, kwam langs bij het hotel. Ik zweer het je, soms zou je denken dat je hier in het land bent waar de Ku-klux-klan werd uitgevonden. Deze keer waren het groene en gele mutsen, maar witte heb ik ook al gezien (Léon).

Dus restte me er nog één opdracht vandaag. Iets zien te vinden als presentje voor het thuisfront. Man, man, man wat een miserie! Lourdes kan ik sommige straten erg zijn, maar dit is hier nog duizend maal erger. Echte kitch. Ik geef even een overzicht. Schelpen natuurlijk, in allerlei vormen, maten en gewichten. Verzilverd in hout of gewoon de schelp van de vis, al dan niet beschilderd. Wierookvaten in allerlei maten en gewichten, paternosters (à la Brazilië), sleutelhangers, T-shirts, petten en natuurlijk niet te vergeten: de enige echte Santiago-hoed en de staf in allerlei maten en gewichten. Vindt daartussen maar iets. Uiteindelijk dan toch iets gevonden dat bruikbaar is.

Tijd dan om iets te eten. En via de tapas lukt dat wonderwel. Ansjovis hier, paprika daar, Sint-Jacobsschelp ginder. En dan is het nu tijd voor de siësta. Even uitrusten voor de langste etappe morgen (550 kilometer). En dat terwijl ze overal regen voorspellen. Dat belooft! En misschien ronden we vannacht wel de kaap van 5000 inloggingen. Zou mooi zijn voor we aan de terugweg beginnen.

Je bent nog maar of reeds halfweg ...

zo eindigde een reactie van Koen. Inderdaad. Ook al lijkt het dat het lastigste voorbij is, toch zijn we nog maar halfweg. Deze ochtend toch vroeg opgestaan, ik was wakker, dus... Het was opmerkelijk rustig in de stad. Niemand op pad en ik had dus al de tijd om rustig wat foto's te nemen.
Zo te zien was de kathedraal potdicht, wat me eigenlijk verwonderde. Trouwens wat me ook opviel, is dat ze dringend dat gele mos van de gevel zullen moeten halen. Met helemaal om het gebouw heen te lopen, ontdekte ik een deurtje waarin oude vrouwtjes verdwenen. Dus ik daarachter aan (niet achter de vrouwtjes, maar achter die ingang). Het was inderaad een zij-ingang voor de 'plaatselijke' gelovigen. Al vlug werd ik onderschept door pater/broeder sacristijn. Ja, ik kwam voor de mis. Trouwens een belevenis op zich. Deze eucharistieviering diende duidelijk vooruit te gaan en Spanjaarden spreken al rap, maar de waterval die uit die man voortkwam was fenomenaal. 20 minuten later geklaard! Dus had ik tijd om in de nog even-gesloten-als-daarnet-kerk rond te lopen. Een beetje de Burgos-ervaring. Helemaal voor mij alléén. In de crypte van Sint-Jacob: niemand. Dan nog maar even naar huis gebeld en aangezien de 'sacristijn' mij verteld had dat de 'Botefumario' vandaag niet zou vliegen, alleen met pasen deze week, vertrok in naar Finestere. Een mooi motorritje om het niet af te leren. Wel weer een totaal andere gewaarwording want de motor was niet geladen en ook de bakken hingen er niet aan. Dus volle gas, over heel mooie wegen naar de Cabo Finistere.

Met de wegen vol bloeiende brem en hei, was het wel een prachtig zicht. Daar gekomen had het zoiets als Cap Griz Nez. Nu ja, je moet het gezien hebben, het hoort eigenlijk bij de pelgrimstocht, maar op één pelgrim na, niemand anders gezien. (Ik ga hier moeten opletten met het plaatsen van foto's, want elke foto neemt 10 minuten in beslag om dat hier opgeladen te krijgen. Heb trouwens net gezien dat er dan toch wat foto's van gisteren op Flickr geraakt zijn, niet allemaal, maar toch wat).
En rieken dat die brem daar deed, maar weerom: geen kat te bespeuren. Helemaal alleen op het uiterste punt (van de toen gekende) wereld.
Daarna terug naar Santiago. Ondertussen toch wat merkwaardige constructies tegengekomen (en het zijn de eerste niet in Galicië) waar ik de reden van bestaan alleen maar kan vermoeden. A om maïs in te bewaren (je hebt zo'n bouwseltjes ook in Polen) en B voor warm water?
A
B

zaterdag 16 april 2011

Een pelgrim ben je en word je niet ...

Voor velen heeft het iets onwennig, aankomen in Santiago. Een hele tijd zijn ze op weg geweest en god weet hoeveel tijd nog meer eraan voorbereid. En dan zijn ze er. Voor velen is de tocht hier gedaan. En dan staan ze wat onwezenlijk op het plein. ’t Is is it. ‘Van hieruit moet je gaan’ (ik denk ineens aan dat liedje). Sommigen hoorde ik hadden vanavond al een vlucht terug naar huis. Het kon niet rap genoeg gaan. Maar het is inderdaad onwerkelijk. Op je tocht zag je zovele mooie dingen en echt mooi kan ik Santiago nu ook niet noemen. Alle muren zijn van steen en toch is het of de binnenstad nog meer van steen is dan ergens anders. Je loopt over grote blokken graniet en ook de huizen en de kerken zijn van graniet. Net alsof alles hier gebouwd is met één doel: je zou klein mogelijk laten voelen. Zelfs het grote plein voor de kathedraal heeft dat gevoel. Hier mag je met honderden zitten en nog zal het zijn alsof er maar enkelen waren.


Zelf mijn hotel heeft er wat van. Te groots (was vroeger trouwens ene klooster) teveel grandeur. Mijn motor geparkeerd tussen een Rolls en Maserati. Mensen komen van heinde en verre om hier de heilige week (zoals ze het zeggen) in te zetten. En dat gaat nu met ticketjes. Een ticketje aanschaffen voor de processie en de mis die erop volgt morgen. Wie geen ticketje heeft, kan er niet bij. Daarstraks waren ze trouwens aan het repeteren op de binnenkoer van het hotel: praalwagens, muziek, …. En dit is niet de enigste plaats in Spanje. Herinner je wat ik gisteren over Léon vertelde? HMaar ook vandaag in Ponferrada waren ze met man en macht de praalwagens voor de ‘Semana Santa’ aan het klaarstomen.




En dan kom je als pelgrim toe. Je gaat naar de kathedraal (maar vele doen zelfs dat niet) en je moet de zuil aanraken. Pech natuurlijk, in restauratie. Ik heb hem toch zijdelings aangeraakt, want wel een zeer verstoorde blik van een ‘bewaker’ opleverde. Dan een batterij kaarsen aangestoken (zie vorig bericht) om tenslotte langs het schrijn van Sint-Jacob te passeren. Plicht vervuld. En dan ga je naar het bureau voor de pelgrim. Ik dacht het al lang dat dit niet echt zou lukken, nu ik al enkele dagen gezien had hoe de Spanjaarden vooral met de ‘vorm’ bezig zijn. Voor mij hoefde het ook echt niet. Pelgrim ben je en wordt je niet door een stuk papier. Maar, en ik steek dat niet onder stoelen of banken, het ware mooi geweest. Maar deze pelgrim, is natuurlijk niet de eerste de beste. In dat bureau, bekijken ze je stempelboekje. Hm azo en hm aldaar. Heb je de laatste honderd kilometers gestapt of gefietst. Nee, dat stond ook voorin in mijn geloofsbrief. Ah, oei… Dan maar de twee brieven van de bisschoppen (Mgr Bony en Mgr De Kesel, ze mogen het de laatste dagen hebben met hun collega). Dat is wat anders. Joep alle papieren weg en ik mee naar een afzonderlijk kantoor. Duikelen ze daar ook een monseignore op. En ja hij begrijpt het wel, maar nee de regels zijn de regels. Ik heb hem één simpele vraag gesteld en hij was gevloerd met Ippon: is Santiago dan alleen voor de gezonde mensen? Met andere woorden: is Santiago ene luxebedevaartsoord? Kon hij niet veel op zeggen, maar …. Je kent dat. Dan maar de gulden middenweg. De credential wordt afgestempeld als een volledige pelgrimstocht, ik wordt morgenochtend vermeld bij de pelgrims die aankomen, maar ik krijg een ander blaadje als bewijs (wel grappig dat formalisme). En dat formalisme gaat zover dat de intentie zelfs niet meer belangrijk is.


Ga ik me daar in opjagen. Nee. Je moet zelf weten waarom je iets doet of niet doet. Of het een pelgrimstocht was of niet, dat kan alleen ik jullie vertellen en niemand anders. Maar de intenties waren het meenemen waard.


De tocht is trouwens niet gedaan. Raar maar waar, wordt ook nergens vermeld hoe pelgrims terugkeerden. Of keerden die gewoonweg niet terug. Was dit het vermelden niet waard? Trouwens het sluitstuk is Cabo Fisterra. Daar waar het volgens de legende allemaal begon.


Ondertussen ziet de bureau van de moderne pelgrim er hier in dat enorm chique hotel zo uit:


En inderdaad Dorine, een klein beetje feesten mag. Maar niet teveel. De pelgrimstocht is maar ten einde als je ook echt weer thuis bent. Maar een Cava’tje (voor Koen: Anna de Codorniu) mocht er wel af. En straks een goed uitslapen voor de stap 2 van de tocht aanvatten.
Die aardbeien kwamen er gewoon bij!