zondag 10 april 2011

Il est cinq heures, Paris 's éveille...

Juist niet dus. Dit feit (dat men dus nog in bed lag) maakte wel dat ik vrij vlot van Cergny naar Auvers kon rijden om me dan zo richting Parijs te begeven. Vrij vroeg dus, want om 6.15 uur reed de motor al! Aanvankelijk geen problemen, alhoewel de 'wilde bulten' die men links en rechts aanlegt, en verkeerremmers noemt,  een nogal verwoestende aanval plegen op m'n humeur. De kleintjes dat gaat. De iets grotere ook, de hele grote met waarschuwingsborden: die kan je zien. Maar die buiten categorie, die je ingewanden van plaats doen wisselen en die zo goed als nergens aangekondigd worden, die haat ik. Zeker 's morgen s. Trouwens de moto ook: twee keer een zware tik onderaan gekregen.
Wij dus op weg naar Parijs in de hoop de 35.000 marathonlopers te kunnen ontlopen. En dat ging behoorlijk goed. We hadden eerder last van de 35.000 lichten die in Parijs branden en waar men zich 's morgens vroeg helemààààl niet aan stoort. (Trouwens verkeersregels gelden die voor scooters in Parijs? Je verdorie stalen zenuwen hebben om tussen dat zootje ongeregelden te rijden. Lichten tellen niet, links van de baan kan ook, een voetpad is ook te gebruiken, ....)
Het ging dus tot aan de Arc de Triomphe. Plotseling liep het daar in dikke pakken vol lopers. De Arc was zelfs nog niet afgezet, ik had de vrachtwagen met dranghekkens enkele honderden meters eerder ingehaald. Plotseling zat alles muurvast. Een boeltje van jewelste. Lopers (echte en showlopers met allerlei pruiken en andere travestie-achtige versieringen), de vuilnisdienst, de brandweer, de politie, ... en ik. Allemaal gezellig vast op dat immense ronde punt. Nadat ik mij daar uitgewurmd had, heb ik nog een dik halfuur laveren, schipperen, gokken, .. mogen doen om uiteindelijk aan de Notre-Dame uit te komen.
Ook de Tours Saint-Jacques gezien, maar erbij komen ging absoluut niet. Al wat ze aan CRS-politie overhadden stond op straat van 'nee' te knikken (of schudden dus).
Dan naar de Notre Dame. Jawel, stempel één van de dag. Ge houdt het niet voor mogelijk, maar dat heeft geduurd van 9 tot 10.30 uur! Dat maakte dat ik anderhalve eucharistieviering heb meegemaakt. Dat had ik nog nooit gezien.
De ene eucharistieviering is nog niet gedaan (9.28 uur) en de priesters vertrekken naar de sacristie, of hopla, daar staat een nieuwe equipe gereed (9.30 uur), drie belslagen en heel wat over en weer geloop van 'kerkpolitie' (badge rond de nek, portafoon bij het oor en druk gesticulerend naar drommen toeristen) en de nieuwe mis begint. Nu de Parijzenaars hebben zich daar blijkbaar goed aan aangepast, want die verlaten zo af en toe het middelste deel van de kerk (gereserveerd voor gelovigen die de mis volgen) om even buiten die afspanning een babbeltje te doen, en die keren dan terug ... Stel je dat dus even voor, terwijl rondom, hele gorden/gele horden/hele horden Chinezen en Afrikanen rondwandelen, babbelen, de kooromgang bekijken, foto's nemen, alles filmen terwijl ze vooruitlopen (zonder te kijken waar ze gaan natuurlijk).... Fascinerend!  Nog fascinerender was het, dat men blijkbaar de stempel niet vond. Uiteindelijk heb ik hem gekregen, ik weet niet van waar hij komt, maar het is zo één die doordrukt, een reliëf zet. Na dat lange wachten kreeg ik van de opperchef politie (gekleurde badge rond nek, oortje in het oor!) nog een kopie van een ets van de kathedraal 'voor het lange wachten'. Het grappige was, dat bij het buitenkomen de cafébaars van het café op de hoek naar mij toekwam en vroeg of ik een pelgrim was. Had mijn motor zien staan. Willen of niet, ik moest nog een koffie drinken met hem, want....blijkbaar zijn ze de stempel al een maand kwijt en heeft er al die tijd niemand een stempel gehad (dixit onze goeie vriend). Hij denkt dat ze de stempel van de aartsbisschop gaan vragen zijn. Als ik al één ding geleerd heb in die twee dagen, dan is het 'het concept' tijd te vergeten. (neem dan eens als titel van je blog: verloren tijd haal je nooit meer in - en à propos Carmino, Ten perdu jhamais se rocobro, dat is occitaans of oud Frans). Heel de planning in de war dus en wij weg naar Orléans. Tenzij je kan vliegen, geen lievemoederen aan, dat zou ik nooit meer voor de middag halen. En inderdaad, het was klokslag 12 uur als ik de stad Orléans binnenreed, langs een hypermoderne wijk. Prachtig! Trouwens ook weer veel werken in Orléans. Gelukkig was de kathedraal nog open, maar in tegenstelling tot een overvol Parijs, was Orléans ongelofelijk leeg. Maar ondertussen kennen we de trukken van de foor. Links zag ik dat in het museum licht was.
 En jawel er zaten zelfs twee meisjes achter de balie, van wie ik gratis binnen mocht (maar ondertussen zat ik wel een klein beetje in tijdsnood) en die gratiën wilden ook  graag een stempel zetten. Na Orléans, naar Gien. Maar onderweg toch even de motor aan de kant gezet. Het was te mooi weer om zomaar te blijven rijden. Dus in een klein wegrestaurantje, een ongelofelijke salade gegeten. Dan naar Gien, waar ik aangevallen werd door een wild beest (zie deel twee van de blog na het eten - er moet ergens een teaser zijn om jullie op één avond twee keer naar hier te lokken) en Briare. Het blijft toch ongelofelijk die brug. Een brug bouwen boven een rivier met klinknagels. Zouden ze het nu nog kunnen? Maar het schoonste stuk dat ik vandaag gedaan heb, althans één van de twee, lag daartussen. Mijn eerste dertig kilometer onverhard, echt langs de boorden van de Loire. Prachtig gewoon! Onvoorstelbaar. Het onverhard ging trouwens prima, ondanks het feit dat het toch even wennen was. Daarna kwam er trouwens een nieuw stuk asfalt met van die typisch Franse keitjes op, en dat is al veel minder leuk!
En dan van Briare naar Saint-Amand-en-Puissaye (kerk dicht, wel mooi kasteel, stempeltje van de toeristische dienst) en dan het tweede mooiste stuk van de dag: het klimmen tussen de velden en de bloesemende bomen naar Vézelay.
 De weg die je mag rijden is soms als een slinger tussen bloesemende bomen en gele velden en dan weer kaarsrecht, mijlen ver tussen eeuwenoude bomen. Wie hier rondrijdt krijgt tijd genoeg om na te denken. Van kerk tot kerk, gebouwd door mensen van zovele honderden jaren terug. En zo rijdt ik er langs, als 'moderne pelgrim', langs de gesloten eeuwen en seconden, met het gevoel dat het eigenlijk niet kan. Je wordt vanuit het nu tot het verleden gezogen en teruggeduwd naar het nu. En de vraag blijft: wat zou de middeleeuwse mens hiervan gemaakt hebben. Zeker in Vézelay.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten