dinsdag 12 april 2011

'Alles is handel' en de LOT-gevallen

Zo moe dat ik gisteren was (echt waar, het ging niet meer - doodop), met eens vroeg in bed te kruipen, een ongelofelijk goed bed en een fluisterstille stad, was ik er weer bovenop. Trouwens ook vanavond kipfris man, terwijl de kilometers toch wel weer een veertig boven het berekende lagen: 396 kilometers. Je rijdt teveel om Verplancke!

Vandaag valt trouwens duidelijk uiteen in 2 delen: het frigo gedeelte, dat samen valt met het stukje titel 'alles is handel' en het sauna-gedeelte, dat samenvalt met de LOT-gevallen.
Alles is handel
Terwijl dit de titel is van de reklamecampagne voor het handelsonderwijs, kon ik me vanaadg echt niet van die indruk ontdoen op de Via Podensis. Jongens, is pelgrimeren één iets, het handeldrijven rond het pelgrimeren is een tweede iets: table du Pelerin, cabinet du docteur Pélerin, école de Pélerin, magasin du Pélerin, ... En overal de 'goodies': stokken, beeldjes van Sint-Jacob, schelpen in alle maten en gewichten, boeken, stickers, .... sandwiches voor de pelgrim (de meer gegoede pelgrim waarschijnlijk, want de prijs was navenant: 6,5 euro). Maar laat ons beginnen bij het begin.
Ontbijt au monastère. Fijn, de andere Belgen (de wood-be pelgrims van gisteren) lagen nog in hun bedje om 7 uur en hebben dus de pelgrimszegen gemist. Maar goed, madame vertelde dat ze nog een dagje extra gingen blijven, de motorhome van mama had toch vertraging. Verder vertelde ze dat het erg kalm was in Frankrijk, maar dat ze hoopte dat er door de crisis meer mensen in Frankrijk zelf op reis zouden gaan (en de Camino doen).
 Ondanks het feit dat men regen voorspeld had, was het toch droog, maar het was koud en bewolkt. En ik mocht vandaag nog eens de hoogte in. Tot aan Saint-Privat-d'Allier ging het, maar dan, plotseling zakte de temperatuur naar 2 graden en in een mum van tijd een dikke erwtensoep. Na een half uur rijden, had ik het gehad. Verkleumd tot op het bot: blauwe handen en die handverwarmers hielpen echt niet meer. Gelukkig, op 1130 meter hoogte een klein café: typisch oud-Franse stijl.
Café dus, in de aangrenzende keuken waren ze een stoofpot aan het maken voor pelgrims die zouden passeren en natuurlijk werd er ook haar geknip (ook in die keuken). Tof gesprek had met de man op de foto, alhoewel om zo vroeg, zo vlug wijn weg te kappen: ge moet het maar kunnen. Maar, hij had een excuus: ma femme est là (en hij wees naar de keuken en het aangesneden slachtoffer), et je ne vois rien (dat had ik ook al ondervonden). Nog een zijdelingse opmerking: vanaf hier vragen ze zelf of ze een stempel mogen zetten. Dat is nog wat anders zie! En dan naar ongekende hoogten 1530 meter met een zwoegende scooter. Beestje heeft z'n best gedaan en heeft als beloning deze namiddag nog 50 cl olie gekregen. Over Sauges (gejumeleerd met Praag) naar Aumont-Aubrac. En vanaf hier barst de commerce goed los. Jammer ook voor de wandelaars. Die schijnen te zweren bij de GR65. Nu voor een stuk is dat wel waar, ik heb vandaag ook voor 75% die GR gevolgd, maar soms klopt dat niet en liggen hele mooie kerkjes net van de route af. Jammer, want zo zien ze ze niet. En toch behoren ze tot de oorspronkelijke route (overal schelpje, beeldje, ..).
Dan via Nasbinals naar Saint-Come D'olt. Prachtig dorpje, fantastische boucherie. Worstje voor niks, stempeltje voor niks.... En dan via Espalion (eerst nog royale omleiding) naar Conques. Maar dat doet ons aanbelanden bij deel 2: de LOT-gevallen.

De LOT-gevallen
Mooi, mooi... zeker zonder toeristen. En na de ijzige morgen hadden we hier het prachtig mooi weer. En aangezien de paters over de middag rusten, had ik al de tijd (en al de plaats) om de kerk rustig te bezoeken. Nu zou Sabine wel twee uur in die kerk rondlopen, ik niet echt. Dus ik op zoek naar een plaatsje om de worst uit Saint-Come-D'Olt op te peuzelen. Maar ja, vlak voor de kerk: chef in z'n deurgat. Of ik pelgrim was? Of ik honger had (stomme vraag)? Plat du jour voor 5 euro? (Ge leest het goed, vijf euro, ik denk dat die in het hoogseizoenn, 5 keer zo veel vraagt).

Wie heeft er dus, in de zon, vlak voor het timpaan van Conques, Canard gegeten à l'orange (Wouter, je was om de vingers af te likken) met sla en frietjes? Ikke dus. Ja en ge kunt die eend toch niet droog zetten, 't is een watedier? Dus maar een rosétje erbij. Enfin, eindelijk optreden van de paters en ik mijne stempel gaan halen. (Opgelet in 't Frans noemt dat in bepaalde streken 'Sauge' (denk dat dit zo geschreven is en ik vermoed dat dit zegel betekent) of 'tampon'. De ervaring leert, dat je overal over tampon mag spreken, maar niet bij paters en in kerken. Leg zelf maar het verband (oei, ook dat zal verkeerde woordkeuze zijn).
Dan door een prachtige streek, waarschijnlijk één van de mooiste van Frankrijk, naar Figeac. Eens dat de namen op -ac eindigen wordt het echt prachtig: meanderend langs de Lot, langs wegen met huizen tegen de rotsen aangebouwd, ...Die mannen van Figeac hadden zich beter georganiseerd: pelgrims enkel tussen 16 en 18 uur. Dus ik maar wachten. No way! Om 16.15 uur komt een oud vrouwtje de kerk binnen. Nu of nooit dacht ik, want die oude weten dat meestal wel. Ah, monsieur, ce n'est pas ici. Jusqu'au 15 avril tout ce passe au Carmel'. Hulpa en ge hebt het gehad. Weet jij waar de Carmel in Figeac ligt. Ik ook niet, oud vrouwtje verdwenen ('k zag er misschien wat ruig uit in motorvest, geel fluohesje en bloedrode neus...van de zon). gelukkig wist de GPS het. Ik aanbellen aan de Carmel. Maar een Carme,l dat is niet voor gewone mensen, daar doet niemand open: dat is een slotklooster! Dan maar even rondgekeken en inderdaad, een beetje verder : 'Gîte Pélerin du Carmel'. Ik aanbellen. En jawel de deur gaat op en (vergeef me Joop) een Nederlander met Frans waar het Nederlands accent zo vanaf druipt vraagt of ik een pelgrim ben. Ok, babbelen over koetjes en kalfjes (kennen we ondertussen) en dan naar Saint-Cire-Lapopie. Echt mooi stadje, vooral nu er geen toeristen zijn (enkel een kakelende bus Engelsen die gegidst werden). En there you see a pelgrim on it's way to Santiago. Ja, en dan krijg je een hele bus Engelsen over je heen. Stomme vragen, niet te geloven. Maar ja, goodbye and safe trip: zij allemaal de bus op en ik de motor op. Naar Cahors. Even niet opgelet: weinig benzine in de tank: maar safe and sound aangekomen.

Pelgrimeren is toch een eigenaardig iets. Je reist van kerk tot kerk en soms weet je zelf niet meer waar je bent. Al die kleine dorpjes, al die kleine gehuchtjes, met mensen die leven zoals 30 jaar terug. Je kan hier een film over de oorlog opnemen en je zal niks moeten veranderen. Wegen, die zich kronkelen door het landschap, ooit aangelegd, voor wie? Waar naartoe? Je ziet niemand, een enkele pelgrim (25 in totaal vandaag). En eens binnen in een kerkje, je richtpunt tijdens de tocht, verhinderen de dikke muren de buitenlucht. De buitenlucht waar je zo gevoelig voor geworden bent en waar herinneringen aan vast hangen. de geur van pas-omwoelde-aarde (de geur van het rooien van aardappelen bij mijn bomma), de geur van een houtzagerij (de werkplaatsen in het VTI), de geur van dorpen-lang-met-blauwe-regen-versierde-gevels, de geur van bloesems, de geur van water, ... En ineens stap je binnen in een zwaar gebouwde constructie, van de buitenwereld afgesloten door een zware deur...  Eens je binnen bent is het donker met enkel glasramen als lichtbrengende ogen. Muren die de buitenwereld afsluiten en die je zo terugbrengen naar vroeger. Je waant je een middeleeuwer op tocht. En het geurt er naar eeuwenoude heiligheid. Dit is niet meer de lucht van tussen de bloemen en de velden. Dit is niet meer de lucht bezwangerd met mist. Hier riek je niks van de mest op de velden, of het brood in de oven. Dit is kerklucht. De lucht van buiten verandert waarlangs je passert, die binnen kerken lijkt in eeuwigheid te hebben stilgestaan en is universeel. Hier geen verwijzing naar de natuur of het dagelijks leven. Kerklucht is kerklucht, aanwezig tot aan het plafond, slingerend tussen massieve zuilen en uit ruwe steen gemaakte gewelven. De tocht die je maakt, vervaagt en je treedt binnen in je historisch verleden. Dit moet je meemaken. Dit is niet uit te leggen. Dit is zo moeilijk te omshrijven.

Tijd om even te gaan eten. Ik geloof dat ze dat thuis ook doen met Ca(r)mino.

2 opmerkingen:

  1. Dag Franz,

    Vandaag ben ik de leesachterstand even aan het inhalen geweest en nu ben ik weer helemaal bij. Echt heel bijzonder hoe je ons jouw tocht laat mee-genieten! Soms voel ik mij bij wijze van spreken bijna achterop je motor zitten. En jij betrekt op jouw beurt ook ons erbij. Leuk hoor, die opmerking van vandaag! Excuses zijn niet nodig! Ik voel het helemaal aan.
    Prachtig dat je ons ook elke dag je "werkplek" en je stempelboekje laat zien. Zulke sfeerfoto's geven er een extra cachet aan.
    De verluchtende foto's onderweg bij de tekst doen het ook heel goed.
    Je maakt er echt werk van! Chapeau!

    Goede reis verder weer en een warme groet.

    In verbondenheid,

    Joop


    P.S. Via Sabine kreeg ik het boekje van de pelgrimszegen van afgelopen zaterdag en dat bezorgde mij nog een extra verrassing, die mij heel goed deed.

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Dag buurman, je beschrijft je tocht heel meeslepend, je hebt een schitterende pen, doe zo voort. Volgens mij ben je een boek aan het schrijven. Als ik je mag helpen: "sauge" is salie en "un sceau" is een zegel of een stempel. Niet moeilijk met een woordenboek naast mijn pc, natuurlijk. We blijven je volgen...
    Je buren Peter en Dominique.

    BeantwoordenVerwijderen