donderdag 14 april 2011

Van Saint-Jean-Pied-de-Port tot Roncevalles


De blog komt eindelijk online. De dag was ook ontzettend lang en wegens omrijden kwamen er ook nog eens 100 kilometer bij. Dat maakte het dagtotaal 425 kilometers. In Burgos was ik ....
Dat komt straks wel. Nu we in Spanje zijn wijzigt ook de structuur van ons avondlijk verhaal. Het komt in trajecten. Je ziet het wel.....

Van Saint-Jean -Pied-de-Port tot Roncevalles

Hier op deze berg moet je de tijd, de tijd laten zijn. Ook de voetgangers splitsen zich na ene tijdje op. Van een gropeje of een koppel, worden het enkelingen. Vandaag zijn ze uitgekomen, de Pelgrims. Uit hun refugio's, albergues, berghutten, waar ze zich ook schuilhielden. Ze glimlachen nog, het is morgen. Het lees en de stramheid van gisteren is vergeten. Vandaag begint een nieuwe dag. Enkele uren later, en je komt pelgrims tegen, staat het gezicht al wat grimmiger, zijn de bewegingen al wat houteriger. Ook ik ervaar hetzelfde syndroom. Fit in de morgen, kapot rond een uur of drie. Maar de eindmeet moet gehaald. Het doel bereikt. De weg tussen SJPDP en Roncevalles is er één om alleen te doen.
Dit is voor ieder een persoonlijke uitdaging. De weg, jezelf en in mijn geval: de machine. Geen ruimte voor vergissingen vandaag. De weg is smal en aan beide zijden is er weinig alternatief. Het eerste stuk van de weg is een gekend stuk. We deden dit immers afgelopen zomer met de wagen. Maar daar waar we vorig jaar naar rechts gingen, ga ik nu links. In tegenstelling tot deze zomer zijn er ook geen dieren te zien. Voor schapen en koeien is het hierboven nog te vroeg. Wel zijn er vele kuddes van wilde paarden met dikke wintervacht. Links de afgrond, rechts de berg of soms omgekeerd. De weg kronkelt stijl en hoog, zo hoog dat je de bochten bijna niet kan nemen omdat de onderkant van de machine de weg raakt. Hier en daar heeft de winter de weg aangetast, ja zelfs helemaal weggegeten en het is behendig laveren om overal tussen en door te raken. De moderne pelgrim moet constant bedacht zijn op z'n evenwicht en het spel van openen en sluiten van de gashendel. Niet teveel, maar ook niet te weinig. En dan gebeurt het onvermijdelijke.
De GPS slaat uit. Plotseling wordt alles onzeker. Je weet maar één ding, je moet omlaag en telkens zijn er tal van wegen die mekaar kruisen. Welkeen zal je nemen. Vermoedelijk heb ik onderweg eens de verkeerde keuze gemaakt, want in plaats van in Roncevalles uit te komen, kom ik in een onogelijk gehucht uit, dat zelfs geen naam draagt. Maar wat er wel is, is het overblijfsel van een oude munitiefabriek uit de burgeroorlog. Er staat zelfs een bord bij met uitleg (maar geen plaatsnaam). En met de indruk dat ik in grote cirkels aan het rijden ben, kom ik eindelijk een levende ziel tegen (ik was al twee kerkhoven gepasseerd). Mijn eerste Spaans. Ik had de indruk (of hij was erg beleefd) dat hij wel verstond wat ik vroeg, maar de waterval die ik over me heen kreeg, verstond ik al heel wat minder. Het enigste wat ik verstond was '6', 'benzinepomp' en 'Roncevalles'. En uiteindelijk zat ik niet zover van. Later dan verwacht, maar met ene gevoel van voldoening kwam ik aan in Roncevalles. Daar kon de stempel gehaald worden in de 'nieuwe albergue'. En het was begot een chique ding! (helemaal achter de kerk, we zijn daar vorig jaar niet geweest). En wie gaf die stempel, wie was chef van die albergue? Een Nederlander: ze zijn toch overal!

Geen opmerkingen:

Een reactie posten