zaterdag 16 april 2011

Een pelgrim ben je en word je niet ...

Voor velen heeft het iets onwennig, aankomen in Santiago. Een hele tijd zijn ze op weg geweest en god weet hoeveel tijd nog meer eraan voorbereid. En dan zijn ze er. Voor velen is de tocht hier gedaan. En dan staan ze wat onwezenlijk op het plein. ’t Is is it. ‘Van hieruit moet je gaan’ (ik denk ineens aan dat liedje). Sommigen hoorde ik hadden vanavond al een vlucht terug naar huis. Het kon niet rap genoeg gaan. Maar het is inderdaad onwerkelijk. Op je tocht zag je zovele mooie dingen en echt mooi kan ik Santiago nu ook niet noemen. Alle muren zijn van steen en toch is het of de binnenstad nog meer van steen is dan ergens anders. Je loopt over grote blokken graniet en ook de huizen en de kerken zijn van graniet. Net alsof alles hier gebouwd is met één doel: je zou klein mogelijk laten voelen. Zelfs het grote plein voor de kathedraal heeft dat gevoel. Hier mag je met honderden zitten en nog zal het zijn alsof er maar enkelen waren.


Zelf mijn hotel heeft er wat van. Te groots (was vroeger trouwens ene klooster) teveel grandeur. Mijn motor geparkeerd tussen een Rolls en Maserati. Mensen komen van heinde en verre om hier de heilige week (zoals ze het zeggen) in te zetten. En dat gaat nu met ticketjes. Een ticketje aanschaffen voor de processie en de mis die erop volgt morgen. Wie geen ticketje heeft, kan er niet bij. Daarstraks waren ze trouwens aan het repeteren op de binnenkoer van het hotel: praalwagens, muziek, …. En dit is niet de enigste plaats in Spanje. Herinner je wat ik gisteren over Léon vertelde? HMaar ook vandaag in Ponferrada waren ze met man en macht de praalwagens voor de ‘Semana Santa’ aan het klaarstomen.




En dan kom je als pelgrim toe. Je gaat naar de kathedraal (maar vele doen zelfs dat niet) en je moet de zuil aanraken. Pech natuurlijk, in restauratie. Ik heb hem toch zijdelings aangeraakt, want wel een zeer verstoorde blik van een ‘bewaker’ opleverde. Dan een batterij kaarsen aangestoken (zie vorig bericht) om tenslotte langs het schrijn van Sint-Jacob te passeren. Plicht vervuld. En dan ga je naar het bureau voor de pelgrim. Ik dacht het al lang dat dit niet echt zou lukken, nu ik al enkele dagen gezien had hoe de Spanjaarden vooral met de ‘vorm’ bezig zijn. Voor mij hoefde het ook echt niet. Pelgrim ben je en wordt je niet door een stuk papier. Maar, en ik steek dat niet onder stoelen of banken, het ware mooi geweest. Maar deze pelgrim, is natuurlijk niet de eerste de beste. In dat bureau, bekijken ze je stempelboekje. Hm azo en hm aldaar. Heb je de laatste honderd kilometers gestapt of gefietst. Nee, dat stond ook voorin in mijn geloofsbrief. Ah, oei… Dan maar de twee brieven van de bisschoppen (Mgr Bony en Mgr De Kesel, ze mogen het de laatste dagen hebben met hun collega). Dat is wat anders. Joep alle papieren weg en ik mee naar een afzonderlijk kantoor. Duikelen ze daar ook een monseignore op. En ja hij begrijpt het wel, maar nee de regels zijn de regels. Ik heb hem één simpele vraag gesteld en hij was gevloerd met Ippon: is Santiago dan alleen voor de gezonde mensen? Met andere woorden: is Santiago ene luxebedevaartsoord? Kon hij niet veel op zeggen, maar …. Je kent dat. Dan maar de gulden middenweg. De credential wordt afgestempeld als een volledige pelgrimstocht, ik wordt morgenochtend vermeld bij de pelgrims die aankomen, maar ik krijg een ander blaadje als bewijs (wel grappig dat formalisme). En dat formalisme gaat zover dat de intentie zelfs niet meer belangrijk is.


Ga ik me daar in opjagen. Nee. Je moet zelf weten waarom je iets doet of niet doet. Of het een pelgrimstocht was of niet, dat kan alleen ik jullie vertellen en niemand anders. Maar de intenties waren het meenemen waard.


De tocht is trouwens niet gedaan. Raar maar waar, wordt ook nergens vermeld hoe pelgrims terugkeerden. Of keerden die gewoonweg niet terug. Was dit het vermelden niet waard? Trouwens het sluitstuk is Cabo Fisterra. Daar waar het volgens de legende allemaal begon.


Ondertussen ziet de bureau van de moderne pelgrim er hier in dat enorm chique hotel zo uit:


En inderdaad Dorine, een klein beetje feesten mag. Maar niet teveel. De pelgrimstocht is maar ten einde als je ook echt weer thuis bent. Maar een Cava’tje (voor Koen: Anna de Codorniu) mocht er wel af. En straks een goed uitslapen voor de stap 2 van de tocht aanvatten.
Die aardbeien kwamen er gewoon bij!

3 opmerkingen: