zondag 17 april 2011

Entre el arte y el kitsch

Tegen de middag was ik dan ook terug in het Hotel. Ja, wie draait er z’n hand nu nog om voor 200 luttele kilometertjes over mooie, glooiende wegen? Ondertussen slecht en goed nieuws ook voor Sabine. Ondertussen twee nieuwe briefjes gevonden tussen het ‘proper goed’, maar van de brief die je naar hier gestuurd zou hebben, weten ze niks. Als de Belgische post al traag werkt, dat dan naar Spanje moet en … Ik had je gewaarschuwd, ik zal al lang ergens anders zijn tegen dat dit aankomt.

In ieder geval in het hotel net op tijd voor de tweuuuuuuuuuuuuuuuuut, tweuuuuuuuuuuuuuut, net voevoezela’s, maar dan op z’n Spaans. De processie, of één van de van vandaag, kwam langs bij het hotel. Ik zweer het je, soms zou je denken dat je hier in het land bent waar de Ku-klux-klan werd uitgevonden. Deze keer waren het groene en gele mutsen, maar witte heb ik ook al gezien (Léon).

Dus restte me er nog één opdracht vandaag. Iets zien te vinden als presentje voor het thuisfront. Man, man, man wat een miserie! Lourdes kan ik sommige straten erg zijn, maar dit is hier nog duizend maal erger. Echte kitch. Ik geef even een overzicht. Schelpen natuurlijk, in allerlei vormen, maten en gewichten. Verzilverd in hout of gewoon de schelp van de vis, al dan niet beschilderd. Wierookvaten in allerlei maten en gewichten, paternosters (à la Brazilië), sleutelhangers, T-shirts, petten en natuurlijk niet te vergeten: de enige echte Santiago-hoed en de staf in allerlei maten en gewichten. Vindt daartussen maar iets. Uiteindelijk dan toch iets gevonden dat bruikbaar is.

Tijd dan om iets te eten. En via de tapas lukt dat wonderwel. Ansjovis hier, paprika daar, Sint-Jacobsschelp ginder. En dan is het nu tijd voor de siësta. Even uitrusten voor de langste etappe morgen (550 kilometer). En dat terwijl ze overal regen voorspellen. Dat belooft! En misschien ronden we vannacht wel de kaap van 5000 inloggingen. Zou mooi zijn voor we aan de terugweg beginnen.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten